Gevelisolatie tips

Huizen met een bouwjaar voor 1930 zijn vaak enorme verslinders van energie om ze warm dan wel koel te krijgen. Deze woningen zijn vaak gebouwd met één steens muren, waardoor ze lastig te isoleren zijn. Gelukkig staat een groot deel van deze woningen in een rijtje, dus is het warmteverlies tenminste nog wel enigszins beperkt tot verlies via voor- en achterzijde. Dan wordt gevelisolatie tegelijk belangrijk en lastig uit te voeren.

Tweede muur

In volgorde heb je uitgezocht of je een spouw hebt en toen dat niet zo bleek te zijn, heb je een aanvraag gedaan om een vergunning te krijgen om je gevel te renoveren. Jij en je architect hebben tekeningen ingeleverd waarop je muur weliswaar iets naar de straat toe geplaatst werd, maar verder zo goed als onveranderd bleef. Helaas woon je in beschermd stadsgezicht, dus is je aanvraag afgewezen. Hoe ga je nu te werk? Door een voorzetwand aan de binnenkant te plaatsen.

Gips

Als je kamer groot genoeg is kun je dit het makkelijkst en goedkoopst realiseren door isolatiemateriaal te plaatsen tegen je buitenmuur en daar dan gipsplaten voor zetten. Grootste voordeel hiervan zijn de lage kosten en de relatief simpele manier van aanbrengen. Nadeel is dat deze combinatie nog steeds werkt met vrij dik materiaal en dus ruimte van je kamer inneemt. Kleinere huizen kunnen dan ook beter kiezen voor een van de andere mogelijkheden.

Laagjes

Minder ruimte kost het om meerdere lagen warmte werend folie aan te brengen op je buitenmuur met dunne luchtlaagjes daartussen. Dit werkt hetzelfde als je in de winter met meerdere dunnere kledingstukken kleden, want de luchtlaagjes werken dan als methode om je lichaamswarmte bij je te houden en de kou buiten. Dit is iets duurder dan wol en platen, maar levert wel ruimte winst op. Vaak is het eindresultaat ook beter voelbaar en beter afgewerkt.

Kant en klaar

Mensen die met grote stappen snel thuis willen zijn en minder op hun budget hoeven te letten kunnen kant en klare panelen plaatsen die isolatie en afwerking in één zijn.